Uit de praktijk van:
Marijke Minkema: soapster zonder
sensatiezucht
Bron: Notariaat Magazine nummer 2, februari 2005
Hoe gaat het met notaris Marijke Minkema? In 2000
stond ze in de notariële spotlights. Nog maar net was ze
benoemd in Heerenveen, of een plaatselijke collega
tekende bezwaar aan en stapte zelfs naar de rechter.
Onder het mom van: vijf is te veel! Ze voelde zich een
beetje een soapie, zeker toen ze na tegenvallende
resultaten door haar maatschap Adema Gast Wierda
Notarissen (Leeuwarden) uit het script werd geschreven.
Nu is ze notaris in ‘De Gordyk’, in de luwte van
Heerenveen. Happy End!
Een februariochtend in Friesland. Kraakhelder en
ijzig koud. De verademing is groot gas te kunnen geven
op de Friese A7. Niet de randstedelijke drukte, hoewel
de oprukkende bedrijvigheid langs de snelweg ook hier de
horizon begint te vervuilen. "Het is hier echt nog
heerlijk wonen", vertelt notaris Marijke
Minkema-Leibbrandt (63 jaar). Zelf geboren in Haarlem,
getogen in Utrecht en in 1975 in Drachten terechtgekomen
toen haar, inmiddels overleden, echtgenoot zich als
internist in Friesland vestigde. "In die tijd werd
aan de vrouw nog niet gevraagd: wil je mee? Je ging
gewoon. Ik dacht: ‘Ik neem mezelf mee, dus daar maken we
er ook wel weer wat van.’" En dat deed ze. Toen haar
jongste van drie zonen zeven jaar was, begon ze in
Groningen met de studie rechten. Iets heel anders dan
kunstgeschiedenis, de studie waar ze aanvankelijk mee
begon. "Daarvoor moest je heel veel uit je hoofd leren
en dat is niet mijn sterkste kant. Bij rechten ligt de
nadruk op logisch en analytisch denken, dat ging mij
beter af." In 1981 studeerde ze af in notarieel recht.
Ze was toen 41 jaar. Minkema: "Maar werk was er in
het notariaat niet te vinden. De economische crisis was
nog maar net achter de rug. Toen ben ik een tijdje gaan
werken als docent Romeins recht voor avondstudenten bij
de Kring Utrechtse Repetitoren. Pas in 1983 kon ik als
kandidaat-notaris op een notariskantoor in Drachten aan
de slag. Zonder aan mijn kantoorgenoten te zijn
voorgesteld en zonder verder commentaar werd ik in een
hoek van de kamer gezet. Het afschuwelijke behangetje
staat me nog scherp voor de geest." "De opdracht was
om een verklaring van erfrecht te maken. Ik had zo’n
verklaring nog nooit onder ogen gehad. De
beroepsopleiding bestond toen nog niet. Een
arbeidscontract heb ik al die jaren op dat kantoor ook
nooit gezien. Ik moest volgens de werkgever immers blij
zijn dat ik überhaupt een baan had. Tot het moment
waarop het Bureau Financieel Toezicht de notaris op zijn
vingers tikte, werd er voor mij ook geen pensioenpremie
afgedragen."
Mannenwereld In de
jaren die volgden, voelde Minkema het nadeel van haar
leeftijd. "Bij ieder sollicitatiegesprek speelde mijn
relatief hoge leeftijd mee. En áls ik al een baan kreeg,
werd er niet vanuit gegaan dat ik ooit nog notaris wilde
worden." Toch begon ze na een aantal jaren gemotiveerd
te solliciteren op diverse notarisstandplaatsen. Als een
soort Dolle Mina van het notariaat vocht ze voor haar
plekje als vrouw in een aanvankelijk ‘totale
mannenwereld’. "Met mijn vrouwelijke collega Margreet
Savenije, momenteel notaris te Heerenveen, heb ik begin
jaren ’90 zelfs een keer gesolliciteerd als duo-notaris
op een standplaats in Joure. Door de Kamer van Toezicht
werd ons plan allesbehalve serieus genomen. Ik ben blij
dat het benoemingsbeleid nu helemaal in Den Haag ligt,
want van het schaakspel van de heren van de Kamer van
Toezicht werd je als vrouw niet blij." Toen ze na de
vele sollicitatierondes niet tot het mannenbolwerk wist
door te dringen, besloot ze haar eigen uitzendbureau op
te richten, met zichzelf als enige uitzendkracht. Dat
werd een succes. "Meer dan drie jaar werkte ik met veel
plezier op diverse kantoren in Friesland en Groningen.
Notaris worden had ik gezien mijn leeftijd - intussen 58
- al opgegeven, toen ik in 2000 werd benaderd door Adema
Gast Wierda Notarissen in Leeuwarden. Zij zochten,
gebruikmakend van de nieuwe notariswet, een maatschaplid
voor een nieuwe standplaats in Heerenveen." "Die
standplaats is er gekomen, maar dat bleek geen sinecure.
Het was het begin van een soapstory. Collega Vlessing,
die als oudere notaris in Heerenveen net zelf met
collega Leerink een maatschap had opgericht, probeerde
mijn benoeming (november 2000) via de rechter terug te
draaien. Hij meende dat er geen plaats was voor een
vijfde notaris in Heerenveen. Ik begreep toen zijn
zorgen niet. Heerenveen had de toekomst, zo was de
verwachting in die tijd. Bovendien zijn Friezen erg
loyaal, die veranderen niet zo snel van notaris." In
die tijd voelde Minkema zich eventjes als ‘Jan zonder
land’. Want in afwachting van een beslissing van de
staatssecretaris van Justitie op het bezwaarschrift van
Vlessing, schorste de bestuursrechter weliswaar níet
haar benoeming tot notaris, maar was wel haar
standplaats in het geding. "Ik kon die tijd geen akte
passeren. Stel je voor dat de staatssecretaris mijn
benoeming in Heerenveen had teruggedraaid, dan waren al
die aktes ongeldig geweest." Gelukkig deed de
staatssecretaris dat niet, maar toch: leuk is anders.
"Nee, je wenst het je collega's niet toe op deze manier
als notaris te beginnen. Het was overigens niet zo dat
ik er helemaal ondersteboven van was. Beslist niet. Dan
speelt mee dat ik al wat ouder was. Als je jong bent,
voor een gezin moet zorgen, is het natuurlijk een ander
verhaal. Ik had in mijn leven al grotere hobbels moeten
nemen. Dit relatief kleine hobbeltje nam ik op de koop
toe."
Goede soap Het was ook
niet dit ‘kleine hobbeltje’ dat zorgde dat er drie jaar
later definitief een einde kwam aan Minkema's
notarisschap in Heerenveen. Zoals het een goede soap
betaamt, volgt op iedere meeslepende gebeurtenis, na een
korte periode van rust, áltijd weer een nieuwe. Zo ook
in de Heerenveen-soap. "Collega-notaris Mulder in
Heerenveen had zich intussen ook bij onze maatschap
aangesloten. De maatschap huurde er kantoorruimte bij in
Heerenveen, waar Mulder en ik samen kantoor hielden. De
kosten daarvan waren hoog en we hadden een te ruime
personeelsbezetting. En aangezien het economisch tij
tegenzat, waardoor bijvoorbeeld de ontwikkeling van het
bedrijfsterrein aan de A7 achterbleef, werd de stemming
in de maatschap er niet beter op. Buiten mijn medeweten
om werd het maatschapverband met Mulder tijdens mijn
wintersportvakantie opgezegd. En even later bleek ook
míjn positie als lid van de maatschap onhoudbaar. Tot
half oktober 2003 kreeg ik de tijd daar op kantoor als
éénpitter mijn werk af te ronden." Notaris Mulder had
ondertussen zijn oude stek weer ingenomen. En Minkema
had tussen oktober 2003 en april 2004 geen eigen
kantoorruimte meer. Ze besloot niet in Heerenveen te
blijven, maar nam het kantoor van notaris Vrieze in
Gorredijk over, een oud veendorp (krap 7000 inwoners)
tussen Drachten en Heerenveen. "Vrieze zocht al enkele
jaren naar een opvolger. Hij vroeg in eerste instantie
vrij veel goodwill, vandaar. Dat een notaris
tegenwoordig goodwill kan vragen, vind ik een groot
manco. De oude notariswet verbood dat. Vooral voor jonge
notarissen is het een ramp. De risico’s om een kantoor
te beginnen zijn groot. Bijvoorbeeld doordat in
Friesland steeds meer agrarische grond aan de sector, en
dus aan de handel, wordt onttrokken. Dat wordt dan
beschermd ‘vogeltjesland’." Minkema kreeg het plaatje
wél rond en stapte op de rijdende trein in ‘De Gordyk’,
waar ze sinds 1 april vorig jaar notaris is. Pas
recentelijk kreeg ze ook haar protocol uit Heerenveen
toegewezen. Dat was na haar benoeming in Gorredijk nog
altijd zwevend. "Waarom zo laat pas? Omdat ik niets
wilde forceren. In principe had ik genoeg werk in
Gorredijk. Ik heb iedereen de gelegenheid gegeven erop
te solliciteren. Pas toen na maanden zich nog niemand
had gemeld, heb ik een briefje geschreven met de vraag
het protocol aan mij toe te wijzen. Ik heb er immers
drie jaar hard voor gewerkt."
Hekel aan sensatie Wie
denkt dat de verhouding met haar vakgenoten in de regio
is verhard door haar ervaringen op het hobbelige
notarispad, heeft het mis. "Eén keer per maand eet ik
samen met de andere notarissen uit Heerenveen en
omstreken. Dan bespreken we als goede collega’s waar we
mee zitten. Ik heb geen reden iemand van hen af te
vallen. In zijn algemeenheid vraag ik mij af wat je
daarmee kunt bereiken, behalve dat het een uitlaatklep
kan zijn voor frustratie. Maar daar heb ik niet zo'n
behoefte aan. Ik heb een hekel aan sensatie. De
Telegraaf komt mijn kantoor niet binnen. Ik kan prima
voor mezelf opkomen, ook zónder dat dat ten koste gaat
van anderen." En ook haar plezier in het vak is nog
steeds groot. "Er is geen dag dat ik denk: ‘Gut, moet ik
weer!’ Het enige waar ik me erg over opwind, is dat de
notaris zich in het korset van ondernemer heeft laten
persen. Dat is niet alleen een grote vergissing, hier is
zelfs sprake van een contradictio in terminis. Als
uitvoerder van de wettelijk opgedragen taken, in het
belang van de rechtszekerheid, ís de notaris gewoonweg
géén ondernemer. Hij moet daarvoor een aanvaardbare
vergoeding ontvangen, op grond van vaste tarieven. We
leven niet meer in de middeleeuwen, waarin de leenheer
publieke taken ‘uitleende’ aan de leenman, die zijn
verdiensten maar moest zien op te halen bij zijn
onderdanen." Ofwel, Minkema hoopt – ‘tegen beter
weten in’ - dat vaste tarieven zullen terugkeren in het
notariaat. Niet zozeer voor zichzelf, want over krap
twee jaar (1 januari 2007) houdt zij het voor gezien.
"Dan maak ik plaats voor de volgende generatie. Eén van
mijn kandidaten wil mijn praktijk straks overnemen. Dat
gun ik hem. Met ingang van deze week is hij iedere
maandag mijn vaste waarnemer, om ervaring op te doen."
Waar ze luid lachend aan toevoegt: "Eigenlijk vind ik
die maandag maar niks. Ik doe mijn werk met zóveel
plezier."
Eigen wereldje Ze
begrijpt goed dat er notarissen zijn die langer willen
doorwerken. "Het is in dit vak juist wel lekker als je
wat ouder bent. Je hebt een heel leven achter de rug,
waardoor cliënten je makkelijker in vertrouwen nemen.
Van mij mag de leeftijdsgrens ook best weer omhoog naar
70 jaar, maar ík vind het op mijn 65ste wel welletjes.
Er zijn nog zoveel andere leuke dingen te doen. Ik
schrijf en lees graag, maar ben ook dol op golfen en ga
geregeld zeilen. Ik heb een bescheiden zeilbootje en een
piepklein huisje in Terhorne nabij het Sneekermeer. Ik
hoef niet de hele wereld af te reizen. Dat heb ik in
mijn betrekkelijk luxe leventje dat achter mij ligt al
genoeg gedaan. En ondervonden dat dát niet het geluk is
in je leven. Ik heb mijn eigen wereldje. Het is prima
zo."
Marloes
Hooimeijer |